Hoofdstuk 1: Vaar-Wel-Kom Margaretha

Nadat Margaretha en Karel hun geloften uitspreken in Damme, maken de Bruggelingen zich op voor de intrede van hun nieuwe gravin. Het belooft een heugelijke dag te worden, vol feestelijkheden om het huwelijk te vieren. Nog even en Margaretha zal, in haar gouden koets, door de Kruispoort verschijnen en zich een weg banen richting het Prinsenhof... Hoog tijd voor de inwoners om de laatste voorbereidingen te treffen. Vaar-Wel-Kom, Margaretha!

Nooit is er in het historisch graafschap Vlaanderen een prachtigere bruiloft gevierd dan die van Karel de Stoute en Margaretha van York. Op zondagavond 3 juli 1468 trekt Margaretha van York, met loshangende blonde haren en een diamantenkroon, alleen in een rosbaar – een met rood goudlaken behangen draagkoets – de stad Brugge in. Brugge, een stad in feestgewaad, een stad als bruiloftszaal. ‘Alleen?’ Niet hélemaal alleen… Zestien schepen propvol heren, baronnen, prinsen en jonkvrouwen meren samen met haar aan in Sluis, in blijde verwachting van wat komen gaat.

Op de Kruispoort blazen bazuinspelers de kersverse hertogin en haar gevolg tegemoet. Gevels en muren zijn rijkelijk versierd, er dwarrelen bloemblaadjes, er zijn kooplui uit verre streken, de vermaarde begijnen, de ridders van het Gulden Vlies… Alles samen gaat het om zo’n 1.100 paarden. Haar gevolg trekt langs gedecoreerde poorten naar het Bourgondische stadspaleis: het Prinsenhof.

Poorten zijn met spreuken beschilderd of omringd door levende schilderijen. Sommige poorten zijn voorzien van constructies die vogels loslaten wanneer de hertogin eronderdoor schommelt. ‘Dat kan nog beter!’, dachten de Bourgondiërs en dus hingen ze aan de hals van iedere vogel kleine wapenschildjes van de bruid en de bruidegom. Het is duidelijk voor al wie dit spektakel met open mond staat te aanschouwen: kosten noch moeite werden gespaard om van het huwelijk een onvergetelijke gebeurtenis te maken. En of dat gelukt is! En dan moeten ze nog aan het banket beginnen… Vive la Bourgogne! Welkom Margaretha!